Artikelen van en over Le Roy die in kranten zijn verschenen.

Kranten
Le Roy's eco-kathedraal
'Wilde tuinman' vindt nu erkenning in eigen paradijs

publicatiedatum
05-09-1992

bron
Trouw

brontaal
Nederlands

auteur(s)
Ringlever, Dick

 
Citaten uit de tekst of volledige tekst:

 ORANJEWOUD - Ontgoocheld : toont hij zich niet. Dat er 20 - jaar nadat hij in Heerenveen de aanzet gaf voor het eerste wilLouis le Roy. „Als je de natuur : zich wil laten ontwikkelen dien ie niet in jaren maar in generaties te ' denken." Hoewel Le Roy, 68 nu, in • Heerenveen wel enig respijt kreeg en het parkje er nog steeds heel eigenzinnig bij ligt, zijn het weer de '■ plantsoenwerkers die er de dienst ' uitmaken. ~De politiek heeft regulerend ingegrepen. En dat is nu juist . wat ik niet wilde. De natuur organiseert zelf wel. Het project is in een [Onvolwassen fase blijven steken." ~ Le Roy zegt in de jaren '70 nog zon .ervaring te hebben opgedaan in de : Groningse nieuwbouwwijk Leeuj,wenborgh. Daar léék het goed te '■ gaan. „Wethouder Max van den , Berg gunde me tien jaar om zes ha volgens eigen inzicht in te richten, mèt de buurtbewoners. Mensen en. thousiast. ledereen deed mee. Van m'n 80 mille honorarium kochten we spullen. Bomen, struiken, bouwmateriaal voor een theatertje, kinderboerderij, windmolentjes, speelgetegenheid. Later bleek dat som. migen bij de gemeente daar razend i over waren. Er groeide iets moois. ! Maar toen andere wijken bij de ge' meente aanklopten voor eenzelfde ; Experiment liet men het afweten. Ook in Groningen regeert weer gewoon de plantsoenendienst. Goed i i/oor de werkgelegenheid moeten ze gedacht hebben." Le Roy kan er hooguit nog wat om grinniken. De uitvoering van zijn dcc is in Nederland dan wel verlo'en gegaan, niet het idee zelf. Hij wordt nog steeds door universitei; ten, overal in Europa, uitgenodigd _m lezingen te houden. Hij is professor honoris causa van de Karolina: jniversiteit van Braunschweig. i/cel geld kreeg hij aangeboden om tet openbare groen te verzorgen. ,Zo bood een van de grootste Duitse bouwcorporaties mij eens een "honorarium van vier ton, in de verwachting dat ik dan aan een groot .roject in Kassei, de Dokumenta, sen bijdrage zou kunnen leveren. Toen ik het aanbod niet accepteerde, kreeg ik te horen dat ik toch ook moest kunnen léven! Ik antwoordde dat het mij aan niets ontbrak en dat ik er zelfs geen moeite mee had een tegenbod van hetzelfde bedrag te doen als zij kans zagen mij eindeloos' aan het project te kunnen laten werken. Dat ze daar niet op ingingen, verbaasde mij niets. Erkenning ook van de Franse tv.die vorig jaar in de serie 'Les jardins du paroxisme' (hoogtepunten van de tuincultuur) de camera richtte op zijn eigen wilde tuin, in Mildam, vlakbij Oranjewoud („de tuin werd een van de 17 belangwekkendste projecten ter wereld bevonden."). Le Roy spreekt wat lyrisch over 'zijn klein paradijsje'. „Al 30 jaar geleden besloot ik met de natuur in de pas te blijven lopen. Ik kocht, toen ik mijn kans schoon zag, een drie ha grote cultuursteppe in de vorm van een perceel overbemest weiland met daarop een klein stukje produktiebos. Daar verrijst nu langzaam een eco-kathedraal." Een wat? Le Roy - van huis uit schilder, kunsthistoricus en vormgever - blijkt dan ook een beetje filosoof. Uiteindelijk blijkt het erop neer te komen dat een paradijs pas kan ontstaan als de hele stedelijke samenleving zich laat betrekken bij de natuurlijke processen. „Eco", doceert hij, „staat voor het natuurproces. En 'kathedraal' voor het creatief vermogen bij de mens. Denk aan Chartres. Die is ook niet op de tekentafels ontstaan. De mensen zijn gewoon aan die kathedraal gaan bouwen. Generaties lang. En dat heeft nu eeuwigheidswaarde. Lucas Reijnders mag zeggen dat de wereld er mooier uit zou zien als er geen mensen waren, ik zeg het omgekeerde: de mens maakt deel uit van het natuurlijke systeem, omdat iedereen die tot deze 'natuurbarbaren' moet worden gerekend - wie onderhoudt er via plant of dier nog een relatie met de natuur? - in principe drager is van energetische en creatieve vermogens." Le Roy heeft die de afgelopen decennia gebruikt. Toen het weiland in zijn bezit kwam, is hij gaan planten. Overal waar dat mogelijk was strooide hij zaden. Vervolgens bouwde hij zelf een groot stenen atelier dat jaren later als centrum van de eco-kathedraal' zou moeten functioneren. Toen dat klaar was liet hij het gebied aan zichzelf over om de totale 'chaos' te laten onstaan („zo meenden althans de buren over het resultaat te moeten oordelen"). Die chaos' zou nog groter worden toen hij enkele jaren later Heerenveen zover wist te krijgen gratis de hele fundering van de gevangenis op zijn land te storten. Die gevangenis moest weg om plaats te maken voor uitbreiding van het gemeentehuis. De band imet de gemeente is gebleven. Vrijwel dagelijks rijden tientonners aan om gemeentelijk puin te lozen. Stoepstenen, trottoirbanden, ornamenten van gesloopte gebouwen, rioolputten en afgekeurde bakstenen, het wordt allemaal op zijn land gemikt. In totaal ligt er nu zon 12 ton puin, deels onder de grond om hoogteverschillen te creëren. Maar Le Roy gebruikte het ook om er, zonder mechanische hulp („een dragline hoort toch niet in een paradijs?"), bouwwerken van te maken. Hier een torentje, een wallekantje langs de zelf uitgediepte sloot met - nu - glashelder water, daar een Griekse ruïne, een terrasje met stenen bank. „Wat planten tussen de steenformaties, wat zaad erover en dan maar afwachten. Je ziet het beeld bijna dagelijks veranderen. Alles groeit door elkaar heen en naar elkaar toe. Alles vervlecht zich met alles. Complexiteit noem ik dat, net als in het regenwoud. Zo nu en dan strijkt er een verdwaalde voorbijganger neer. Maar gezelschappen studenten krijg ik hier ook. College in de open lucht." Indachtig zijn filosofie over ruimte en tijd, beaamt Le Roy het resultaat nooit te zullen bewonderen. „Darwin zei het al: de natuur heeft eindeloos de tijd." Wat er na hem met zijn paradijs gaat gebeuren? „Geen idee, misschien zetten ze er wel een hek om en gaan ze entree heffen."

Louis le Roy: Misschien zetten ze er later wel een hek om en gaan ze entree heffen. foto peter wouda