Scripties / theses
Energie losmaken, energie vastleggen
Onafheid als stedelijke ontwerpstrategie
Amsterdam
2022
betreft:
  • Ecokathedraal in Mildam
  • Le Roy tuin Kennedylaan in Heerenveen


brontaal
Nederlands

auteur(s)
Schouten, Socrates

download
 

Socrate

Citaten uit de tekst of volledige tekst:

Het hoofdstuk over Le Roy:

De wilde tuin van Louis Le Roy

Wat is de plek en de manier waarop je je leefomgeving en de grotere
wereld eigen kan maken? Deze vraag is eerder beantwoord met: de tuin.
Het is rond 1971 als Louis Le Roy doorbreekt met zijn verhaal over
de wilde tuin. De tuin, zegt Le Roy, is de grootste kans voor Nederland
om in aanraking te komen met de natuur. Niet alleen om ‘groene vingers’
te krijgen, maar om voeling te krijgen met een ander type economie dan
die van het consumentisme, groei en milieubederf. Le Roy (1924-2012)
was beeldend kunstenaar, tekenleraar en schrijver en omschreef zichzelf
als ‘ecotect’: een bouwer van het ecologische. Veel gebouwen leverde dat
niet op. Rond 1969 droeg hij bij aan La Maison Médicale ofwel ‘La Mémé’
van de ‘antiautoritaire architect’ Lucien Kroll (1927-2022).34 Dit is de
medische campus van de Katholieke Universiteit van Leuven, waarbij
Kroll ook de studenten die er zouden wonen liet meeontwerpen en -
beslissen. Le Roy droeg bij aan het metrostation, dat, in een ode aan
Gaudi, uit wel heel organische, onvierkante vormen en materialen werd
opgetrokken. Het bekendste werk van Le Roy’s hand moet echter de
Ecokathedraal zijn, waar hij van 1965 tot zijn laatste levensjaren aan
werkte.
Het avontuur begon aan de Kennedylaan/Europalaan (elkaars
verlengde) in Heerenveen Midden, een toenmalige nieuwbouwwijk. De
gemeente wilde een “beeldhouwwerk, een plastiek of dergelijke” en
benoemde een commissie waarin ook “een kunstzinnig aangelegd
particulier”, te weten de tekenleraar Le Roy, zitting nam. Le Roy’s
invloed liet zich meteen gelden.35 Eerst wist hij de commissie zo ver te
krijgen enthousiast te worden voor een beeldengalerij, niet één
kunstwerk maar een hele serie, en deze bovendien niet te kopen maar te
huren en na een zekere periode te wisselen. Vervolgens protesteert Le
Roy tegen het kale plantsoen dat de beelden zou moeten omgeven. Op
onnavolgbare wijze speelt hij het klaar zijn ideeën grond te laten vinden.
Voor hem is de tuin een cultureel project waar (echter) een bepalende
rol zal zijn voor natuur en ecologie. De kern van zijn werkwijze vormt
het aanbrengen van reliëf en structuur gebruik makend van afval – veelal
oude bestrating (stoeptegels, klinkers, trottoirbanden), maar ook schijnen
er oude beddenspiralen en bromfietsen in de kuilen en heuvels beland te
zijn. Door aanplant van bomen maar vooral door het zadenbestand haar
gang te laten gaan, kreeg de natuur snel vat op het terrein, om de
“botanische plantenverzameling” te bereiken die hij op het oog had, “op
esthetische wijze gevoegd en zo mogelijk op ecologische basis”.
Dit proces heeft Le Roy enkele kilometers verderop tot een
levenswerk gemaakt: de Ecokathedraal te Mildam. Hier bevindt zich dit
terrein van drie hectare waar Le Roy bomen plantte en liet dumpen.
Deze stapelde en arrangeerde hij, zonder gebruik van cement, tot
veelsoortige sculpturen. Het was hem erom te doen een interactie op
gang te brengen tussen natuurlijke en culturele elementen, in een proces
van vele eeuwen – net zoals de kathedralen in de Middeleeuwen een
bouwproces van honderden jaren kenden. En waarschijnlijk ook gelijke
29
hoeveelheden bouwmateriaal: anno 2008 waren er te Mildam al meer dan
2.500 vrachtladingen afgeleverd.37
Le Roy ontwierp de Ecokathedraal niet als een tekening maar als een
proces, dat in het geval van Mildam tot tenminste het jaar 3000 zou
moeten duren. De praktijk is natuurlijk lastiger. De architect kreeg
herhaaldelijk toezegging van de gemeente Heerenveen dat zijn werken
gerespecteerd en gecontinueerd zouden worden, maar lange tijd lag de
Kennedylaantuin er maar verwaarloosd bij. Pas vanaf 2001 komt er weer
schot in de zaak met de oprichting van de Stichting TIJD, met als missie
het denken en de werken van Le Roy te continueren. Dat resulteert in
2005 in een intentieverklaring tussen de kunstenaar en de burgemeester,
om de tuin tenminste voor 100 jaar te laten voortbestaan. En in artikel
25 uit het Bestemmingsplan Buitengebied 2007 van de gemeente wordt
het ‘Ecokathedraal systeem’ opgenomen als één van de typen
gebiedsbestemming. Het is de moeite waard dit artikel in zijn geheel te
citeren:
De ecokathedraal aan de Yntzelaan ten noorden van de Mildam is specifiek
bestemd als ‘Ecokathedraal systeem’. Een ecokathedraal systeem ontstaat
zonder blauwdruk of bouwplan van een vooraf gedefinieerd eindresultaat. Het
gaat om een proces dat zich eindeloos in de tijd voortzet; er zal nooit een
eindsituatie ontstaan. Gelet hierop is het niet zinvol een specifiek bouwvlak aan
te geven; het bouwvlak wordt begrensd door de kadastrale grenzen van het
perceel. Ook is er geen hoogtebeperking aangebracht voor de bouwwerken,
geen gebouwen zijnde. Het proces van ontwikkeling is zodanig traag, dat er
binnen de planperiode maar een geringe verandering op zal treden..
Hier ligt dus een bestemmingsplan, een document dat gewoonlijk in
planbare en afgebakende zaken voorziet, dat nadrukkelijk een
bestemmingstype benoemt dat niet-planbaar en niet-afgebakend is. Het is
alsof de keerzijden van de planningscultuur als zo bekend en evident
gelden, dat er met weinig gemaar of uitleg een bestemmingstype bij kan
dat in bijna alle opzichten het tegendeel van een bestemmingsplan is. Een
klassiek geval, kun je zeggen, van de uitzondering die de regel bevestigt.38
In 1973 laat Le Roy Natuur uitschakelen, natuur inschakelen verschijnen
waarin hij zijn ideeën uitwerkt. Het voornaamste vertrekpunt is dat
natuur en cultuur ver uit elkaar zijn gegroeid. Le Roy brengt natuurlijke
metaforen en analogieën en lardeert te tekst met fotografie om tot een
trendbreuk te inspireren. (Lees verder op pagina 32)
30
Le Roy aan het werk in de Ecokathedraal in Mildam. Foto’s Philippe Velez
McIntyre (philippemcintyre.com) uit Natuur Cultuur Fusie, Esther Boukema
(ontwerp) en McIntyre. Beschikbaar bij Boekie Woekie, Amsterdam.
31
Boven: Kennedylaan Heerenveen kort na aanleg. Foto Louis Le Roy
Onder: Nieuw stapelmateriaal wordt aangeleverd. Foto Peter Wouda
32
Schrijvend in een tijd van hevige industrialisering, grootschalige ingreep in
de stad omwille van de auto en toenemend zichtbare milieuproblematiek,
stelt hij:
Het gedeelte van het milieu, dat door de mens nog kan worden benaderd
zonder dat er economische motieven aan ten grondslag liggen, is de tuin. De
tuin, of in ruimer verband het stedelijk groen, is nog één van de gebieden, waar
de mens als individu in contact kan komen met de natuurlijke elementen, die
oorspronkelijk zijn gebondenheid aan de natuur hebben bepaald.39
De natuur in de stad – zowel de particuliere tuin als het gemeenschappelijk
groen – is voor Le Roy dus dé kans om een levenslijn te houden met
onze oorspronkelijke ecologie, terwijl om ons heen asfalt, kale
landbouwgrond en rijdende blikken domineren. In de kleine stukjes
groene ruimte waar wij vertrouwd mee zijn, kunnen we de effecten van
de seizoenen waarnemen en met speelse ingrepen de wandeling van de
natuur beïnvloeden. Voor Le Roy is zelfs de kleinste voortuin significant:
Hoe klein of hoe groot dit gebied is, doet nauwelijks ter sprake. Steeds zullen
er voldoende elementen ingebracht kunnen worden, waardoor een mensnatuurrelatie
zich zal kunnen ontwikkelen. In de tuin (het stedelijk groen) is de
mogelijkheid aanwezig, dit relatieherstel te verwezenlijken op basis van wat
door Huizinga eens geformuleerd is als de idee van de ‘homo ludens’, de
spelende mens.40
Tuinen geven de mensen een mogelijkheid tot een directe, vormende
ervaring met de natuur, een proces dat Le Roy in het groot wilde
uitdrukken met de genoemde Ecokathedralen. Werken waarin
buurtbewoners een grote rol hebben: de kathedraal in Mildam, overigens
door HP De Tijd tot een van de zeven Nederlandse wereldwonderen
benoemd, wordt nog altijd door de genoemde stichting en een schare
vrijwilligers onderhouden. Ook de Le Roy-tuin in Heerenveen leeft door
dankzij buurtbewoners die de tuin toegankelijk houden en
doorontwikkelen.