Het Le Roy gebied in Lewenborg heeft vanaf 1972 tien jaar gedraaid onder leiding van Louis le Roy en is sindsdien voortgezet door wijkbewoners.
In de laatste fase van de aanleg de Kennedylaan wordt wethouder van den Berg van de gemeente Groningen door architect Coen Bekink geattendeerd op dit bijzondere project en het werk van Louis le Roy. Van den Berg is gevoelig voor de door le Roy geuite wens om, anders dan in het Heerenveense project gebeurde, van meet af aan samen met bewoners te werken. Ten tweede zag hij in de organische tuinen van le Roy een nuttige tegenhanger van de orthogonaal opgezette en met eenvoudige na-oorlogse woningbouw te bebouwen Groningse uitbreidingswijk Lewenborg. Het derde argument op grond waarvan van den Berg besloot contact met le Roy te zoeken waren de uitlatingen die deze gedaan had in de pers en op TV ten aanzien van aanleg- en onderhoudskosten die met zijn manier van werken bespaard zouden kunnen worden. Met de aanleg van oostelijke ringweg ter ontsluiting van de wijken Lewenborg en later Beijum was de gemeentelijk begroting sterk onder druk komen te staan. Dit alles heeft van den Berg doen besluiten le Roy voor te dragen als adviseur voor de inrichting van het groengebied in Lewenborg. In de uiteindelijke opdrachtbrief (05.04.73) die le Roy ontvangt is zijn rol verandert in verantwoordelijke voor de aanleg en onderhoud van het gehele gebied van 5,8535 ha.. Het honorarium dat le Roy ontvangt voor deze opdracht, die in de ogen van le Roy een kunstopdracht is, bedraagt ƒ32.000. Een bedrag dat op verzoek van le Roy in tien jaarlijkse termijnen wordt uitgekeerd, zo lang als het project loopt. Verder krijgt le Roy de beschikking over een bedrag van ƒ100.000,- ten behoeve van de aanleg en een jaarlijks bedrag van ƒ40.000,- voor het onderhoud.
Het project start met de aanleg van een wilgenbos (10.000 stuks ‘wijkers’), vijvers worden gegraven en verhogingen aangelegd waarop met behulp van een groep van ca. 30 geïnteresseerde bewoners gemengd eenjarig bloemzaad wordt gezaaid.
“De eerste avond in Lewenborg was nog het mooiste, met storm en hagel, het was er bijna een futuristisch landschap, dreigende lucht, heuvels. Er was een ontzettend gezellige stemming, men voelde zich opeens bevrijd. Een man zei: ik voel dat ik eindelijk terrein onder mijn voeten heb waar ik zelf iets mee doe. Iemand vroeg: mag je die bomen hier gewoon zelf voor de lol neerzetten? Ja, dat mag gewoon.”
In de daaropvolgende jaren wordt gestaag aan het park doorgewerkt. Daarbij wordt het puin van het gesloopte Harmoniegebouw gebruikt, maar ook wordt bouwafval van bewoners gestort waaroverheen grond wordt aangebracht. In overleg met betrokken bewoners starten diverse projecten op. Zo worden er groentetuintjes en een dierenweide aangelegd, wordt er een windmolen geplaatst en zelfs een smalspoorlijn met een treintje gebouwd. In de periode tot 1977 ontwikkelt het park zich, maar zijn ook geluiden van ontevreden bewoners te horen. De beoogde intensieve begeleiding van le Roy wordt gemist, een aantal bewoners windt zich op over de trage ontwikkeling van het groen, het blijvend zichtbare puin en de slechte toegankelijkheid van het park. In mei van dat jaar wendt le Roy zich tot de gemeente met de mededeling dat het wegens het enorme succes van zijn aanpak niet langer te doen is om de uitvoering ervan door hem alleen te laten plaatsvinden. In 1978 wordt een coördinator aangesteld om de communicatie met de bewoners te voeren en contact met de gemeente te onderhouden.
Vanaf 1983 is Le Roy niet meer betrokken bij de ontwikkelingen en nemen de bewoners het over. De Le Roy Gebieden (zoals het project tegenwoordig heet) functioneren tot op heden zoals ooitdoor Le Roy was bedoeld.
In datzelfde jaar wordt wethouder van den Berg opgevolgd door Ypke Gietema. Vanaf dat moment bekoelt de relatie tussen le Roy en de gemeente Groningen, komt het jaarlijkse onderhoudsbudget onder druk te staan en probeert de gemeente aanspraak te maken op het toegezegde budget voor aanleg van het park, waarvan tot op dat moment slechts ca. ƒ20.000,- besteed is en dus nog ƒ80.000,- resteert. In 1982 zijn de jaarlijkse onderhoudskosten opgelopen tot ca. ƒ90.000,-. De gemeente sommeert le Roy deze terug te brengen tot een maximum van ƒ20.000,-/jaar en schort de werkzaamheden van coordinator Duisterwinkel op (maar handhaaft maandelijkse betaling van ƒ500,-). Le Roy reageert te zeggen dat dit onacceptabel is, maar is bereid met een jaarlijks bedrag van ƒ20.000,- voor het onderhoud genoegen te nemen, mits er een nieuw contract voor 10 jaar wordt afgesloten. Hiermee gaat de gemeente niet akkoord.
Nadat de gemeente begin 1983 het contract met Duisterwinkel beëindigt en duidelijk maakt het tienjarig contract met le Roy na 01.05.83 niet te zullen verlengen, besteedt le Roy het restantbedrag voor de aanleg van het park aan de aanschaf van grote hoeveelheden natuursteen en bomen die in korte tijd naar het gebied worden gebracht. In de periode tot beëindiging van le Roy’s contract in mei 1983 worden grote hoeveelheden onverwerkte natuursteen, bomen en planten door bewoners uit Lewenborg en vanuit de stad richting hun privé-tuinen versleept. De ongecontroleerde chaos die in deze periode ontstaat wordt door Gietema benut om de beëindiging van het project met le Roy te verdedigen. In overleg met de wijkraad en de opgerichte ‘Stuurgroep le Roy’ wordt besloten dat volkstuintjes, dierenweide, bijenstal en windmolen mogen blijven bestaan. Paden zullen worden verhard, toegankelijkheid verbeterd en een nieuwe groenstructuur wordt aangelegd in gebieden die nog deels kaal zijn. Gemeentelijke dienst welzijnstaken doet voorstel een rechtspersoon op te richten om de bewoners te vertegenwoordigen en het beheer te laten uitvoeren. In mei 1984 start de ‘beheersgroep le Roy gebied’ met 5 vertegenwordigers van de ‘Stuurgroep le Roy’, 2 vertegenwoordigers van het Wijkoverleg Lewenborg en 2 vertegenwoordigers van de afdeling Plantsoenen. In 1985 wordt een Werkplan goedgekeurd door gemeenteraad en een exploitatiebudget van ƒ46.600,-/jaar en investeringsbudget van ƒ 22.0000,- vastgesteld. In de periode tot 2009 worden op initiatief van bewoners verschillende projecten in het gebied voortgezet of opgestart. Zo wordt er een ‘circuit’ aangelegd waar kinderen avontuurlijk kunnen klimmen en spelen, worden er diverse collectieve tuinen, een pinetum en een boomgaard aangelegd en onderhouden en worden er stenen gestapeld, analoog aan le Roy’s ecokathedrale werk in Mildam. Ook worden privé-tuinen uitgebreid ten koste van het publieke deel van het park.
In 2009 wordt de ‘leRoy-Stichting’ opgericht om de veelheid aan projecten te coördineren, het ecokathedrale denken van le Roy uit te dragen en het beheer over het park te voeren. In 2012 tekent de leRoy Stichting een convenant met de gemeente voor een periode van 100 jaar en komt naast de bijenstal het leRoy-gebouw gereed als onderkomen voor de Stichting en centrale ontmoetingsplek in het park. In 2013 wordt met een symposium over de geschiedenis en toekomst van het gebied een symposium georganiseerd met de naam ‘leren van Lewenborg’. Oud wethouder Max van den Berg opent de dag met een toespraak waarin hij terugblikt op de ontstaansgeschiedenis en het na le Roy door bewoners voortgezette project benoemt als een voorbeeld voor wat onder de net in de troonrede benoemde ‘participatiesamenleving’ zou kunnen ontstaan. Een project in de publieke ruimte waarbij bewoners en overheid elk hun verantwoordelijkheden hebben en aanvullend werken.