In 1964, twee jaar nadat het gezin le Roy naar Oranjewoud is verhuisd, koopt Le Roy op een veiling een stuk weiland aan de Yntzenlaan in Mildam, ten zuiden van het landgoed Oranjewoud, ca 4 km van zijn woonhuis. Het zou de locatie worden van Le Roy's meest bekende werk; de Ecokathedraal. Het project kent een aantal te onderscheide fasen, elk met een andersoortige betrokkenheid van Le Roy en elk met een navenantr rol van de natuur.
NB: de Yntzelaan bevindt zich aan de onderzijde van de door Le Roy getekende ontwikkelingsplattegronden.
1 De verwilderingsfase, van weiland naar start Ecokathedraal 1965-1983
Het in 1963 aangekochte landje is van ca 1,5 hectare groot en opgedeeld in twee Z-vormig geschakelde rechthoeken. In een van de hoeken vebindts een stukje bos, oor het overige betreft het weiland.
Aanvankelijk zijn de ontwikkelingen weinig spectaculair. In feite gebruikt Le Roy het weiland als proeftuin en laboratorium waarhij zijn ideeen over de spontane groei van steeds complexere ecosystemen aan de praktijk toetst. Een bestaand bosje langs de Yntzenlaan blijft gehandhaafd. Het weiland wordt ingezaaid. Langs de randen worden rijen willekeurige bomen, met name Tilia Cordata (Winterlinden) aangeplant. Daarna wordt het gebied grotendeels jarenlang met rust gelaten.
Direct na aankoop krijgt Le Roy vergunning voor het bouwen van een 'werkplaats' op het landje. Het atelier wordt door Le Roy zelf gebouwd en is gesitueerd op het grensvlak van de twee rechthoekige delen van het gebied. Rond het atelier wordt een rechthoekig vak beplant volgens de principes van een wilde tuin zoals deze tegelijkertijd in de tuin in Oranjewoud en het plantsoen aan de Kennedylaan in Herenveen wordt ontwikkeld. In een latere fase wordt er nabij het atelier ook een vijver uitgegraven en een klein berkenbos aangelegd. Zie atelier-oranjewoud
Als in 1973 de gevangenis van Heerenveen wordt gesloopt op plaats te maken voor het huidige stadhuis laat Le Roy enige vrachtwagens bouwpuin afkomstig van de fundering op het land in Mildam storten. Afgezien van het strooien van wat zaad tussen de brokstukken wordt de puinhoop grotendeels met rust gelaten. De kalkspecie spoelde langzaam uit, aangewaaide grond, zand en bladeren vullen de gaten en langzamerhand ontstaat een heuvelachtige stuctuur met een hoge biodiversiteit.
Door deze 'cultuurlijke' ingrepen wordt de complexiteit en diversiteit van het gebied, die in de eerste jaren op 'natuurlijke' wijze waren verrijkt, vergroot. Maar afgezien daarvan zal het nog tien jaar duren voordat Le Roy daadwerkelijk, door de inzet van zijn 'creatieve potentie' zelf aan dit proces zal gaan meewerken. Wel neemt hij - na het 'landje'in de eerste jaren voor zichzelf te hebben gehouden - steeds vaker journalisten mee naar Mildam om te laten zien waartoe natuurlijke processen in staat zijn als ze de tijd en ruimte krigen om te ontwikkelen.
2 De Ecokathedrale fase 1983- 2000 (solo)
Door een conflict met de gemeente Groningen stopt Le Roy in 1983 met het werk in Lewenborg. Tot op dat moment was hij er vrijwel wekenlijks in Groningen met bewoners aan het werk geweest. Ook zijn advieswerk aan andere bewonersgroepen en gemeente stopt rond die tijd en Le Roy wijdt zich dan gedurende lange tijd alleen nog maar aan het werken in de Ecokathedraal (het begrip ecokathedraal onstaat ook in die periode, daarvoor was het 'het landje').
Vanaf 1983 laat Le Roy met een wekenlijkse regelmaat vrachtwagens met straatstenen, stoeptegels en trottoirbanden van de gerenoveerde straten en wegen rondom Heerenveen op zijn land storten. De routes van de vrachtwagens vormen zich als brede 'olifantenpaadjes' langzaam tot een wegenstelsel door het gebied. Langs de wegen, ordent Le Roy het materiaal en begint hij met het bouwen van de eerste stapelstructuren. Aanvankelijk zijn dat nog 'oefenstukken'; kleine torentjes en muurtjes die, omdat Le Roy zodra een werkstuk 'af' is de natuur verder zijn gang laat gaan, inmiddels al lang onder de zich doorontwikkelende natuur verdwenen zijn. Maar later - als hij het stapelen 'in de vingers' krijgt - worden deze zelfstandige elementen consytructief steeds steviger en beter bestand tegen de inwerking van de natuur. Deze zijn nog steeds op het gebied zichtbaar.
Rond 1990 begint Le Roy met de eerste grote stapelstructuur; het eindterras langs de noordrand van het gebied, grenzend aan het laatste stuk opengebleven weiland dat inmiddels tot een wild gras- en kruidenlandschap is getransformeerd. Het is een spontaan. 'in het werk en de tijd' geordende structuur, die - na de voorgaande losse steentorens en -tafels verspreid over het gebied - voor het eerst de kwalificatie 'bouwwerk' verdient. Het Noordterras bestaat uit een stelsel van trappen, verhoogde terrassen en muren. Vanaf het hoge terras kan de bezoeker het verschil tussen het monoculturele weiland van de buurman en de hoogculturele en complexe ecokathedraal goed zien. In nauwelijks twintig jaar is een unieke fusie van natuur en cultuur tot stand gebracht met een hoge mate van biodiversiteit, maar ook een nadrukkelijke mensgemaakte component.
In 19.. maakt Peter Wouda een inmiddels iconische foto van de nietige 'kathedralenbouwer' Le Roy temidden van zijn bouwwerk in aanbouw.
3 Ecokathedraal 2000-2012 (participatief)
Gedurende de jaren 1990 gaat Le Roy zich opnieuw mengen in het publiek debat. Zijn theorieen krijgen meer filosofische en systeemtheoretische diepgang en de Ecokathedraal wordt het primaire voorbeeld. Maar Le Roy werkt dan nog steeds - de vraag van Ilya Prigogine indachtig: "Wat kan een enkel mens in zijn leven tot stand brengen?" - alleen aan het project.
Dat verandert als de Ecokathedraal in 2000, het jaar dat Friesland Culturele hoofdstad van Europa is. De Ecokathedraal wordt als belangrijk project opgenomen in het programma en Le Roy kondigt aan dat hij na derig jaar oefenen (eindelijk) zal gaan beginnen aan de bouw van de Zuidelijke Omgang' (RM) van de definitieve kathedraal. Vanaf maart 1999 wordt daarvoor de toestroom van vrachtwagens met straatpuin opgevoerd. Aangezien de bouw de uiteindelijke kathedraal naar zijn verwachting ongeveer een millennium zal gaan duren (in praktische zin dus een eeuwig durend proces in de tijd), begint Le Roy met het opleiden van zijn opvolgers. In het kader van 'Simmer 2000' wordt de kunstenaar/architect John Kormeling uitgenodigd om samen met Le Roy aan het werk te beginnen. Er worden extra ladingen straatsteenafval gestort op het laatste overgebleven open stuk aan de zuidzijde van het gebied. Voordat de samenwerking met Kormeling echter is begonnen, wordt deze wegens 'verschil van inzicht' tussen beide kunstenaars al weer afgebroken.
Le Roy bouwt vanaf dat moment tot aan 2003 verder aan de fundamenten met een kleine groep door hem opgeleide vrijwilligers. In 2003 glijdt Le Roy uit in het bad van zijn hotelkamer, na een lezing in Almelo. Vanf dat moment kan hij niet meer zelf stapelen en nemen de vrijwilligers het - onder streng tioezicht van de bouwmeester - over.
Rond 2010 is het fundament van de Ecokathedraal grotendeels gereed.
4 Werken tot aan het jaar 3000 - post Le Roy vrijwilligers Stichting TIJD
De door Le Roy opgeleide groep vrijwilligers werkt na zijn dood in 2013 gestaag verder aan de bouw van de Eccokathedraal. De Zuidelijke omgang worden (als fundamenet) afgebouwd, maar er worden ook nieuwe bouwsels toegevoegd, zoals de Hemelpoort ter plaatse van de entree vanaf de Yntzenlaan. Discussies over de vraag of 'le Roy dat wel zo bedoeld heeft' zijn zinloos. Hoewel Le Roy in de beginjaren uitdrukkelijk solistisch aan het project werkte en hij daarbij een specifieke, geheel eigen esthetiek ontwikkelde en werkte volgens een, weliswaar niet opgetekend, maar wel degelijk doordacht 'ontwerp, was hij er zich ook terdege van bewust dat zijn bijdrage maar een fase was die al snel zou verdwijnen onder het werk (en esthetiek) van zijn opvolgers.
De Ecokathedraal staat pas aan het begin van een in potentie eeuwigdurend (bouw)proces.